Bij iedere vergadering die ze had waren er maar twee verschillende uitkomsten. Of ze hield haar mond terwijl ze heel graag haar mening had willen geven. Of ze gaf haar mening, maar kreeg meteen boze of geïrriteerde collega’s over haar heen. In beide gevallen bereikte ze totaal haar doel niet.

In het eerste geval baalde ze van zichzelf omdat ze niets gezegd had. Zeker als het over een onderwerp ging waar ze graag wat over had willen zeggen. In het tweede geval begreep ze niet waarom de collega’s zo fel op haar reageerden, was de sfeer van de vergadering veranderd en voelde ze zich totaal niet gehoord en serieus genomen.

Ze kwam bij mij met de vraag wat ze precies verkeerd deed. Ze snapte niet wat er gebeurde, voelde zich boos, maar ook verdrietig omdat ze merkte dat ze steeds vaker haar mond ging houden. Het plezier in haar werk werd minder, want ook op de werkvloer ging ze steeds minder zeggen, bang voor negatieve reacties. Ze nam steeds meer afstand van het team om te voorkomen dat ze haar nog meer zouden kwetsen.

Samen zijn wij gaan kijken wat er gebeurde tussen haar en haar collega’s. We hebben gekeken naar de woorden die werden uit gewisseld, naar de blikken die werden geworpen, maar ook naar de lichaamshouding van haar en haar collega’s.

Dat leidde tot verrassende inzichten.

Bij ieder gesprek, elke vergadering, elk overleg, bleek ze ontzettend onzeker te zijn. Iedere keer als er een onderwerp besproken werd, waarvan ze niet wist hoe haar collega’s zouden gaan reageren, voelde ze zich kwetsbaar. Als reactie daarop, nam ze een houding aan. Een fysieke houding, die haar hielp om te durven zeggen wat ze te zeggen had.

Helaas voor haar was dat voor degene met wie zij in gesprek was, een hele negatieve houding. Om haar onzekerheid te verbergen, kwam zij dichter naar iemand toe, rechtte haar schouders, borst vooruit. Ze was best lang en keek daardoor soms ook op haar collega’s neer. Door haar houding, waardoor zij eruit zag alsof zij overtuigd was van haar gelijk, en de toon waarop zij vervolgens sprak, kwam zij op collega’s arrogant over. Sommigen voelden het zelfs als aanvallend en kregen het gevoel dat ze zichzelf moesten verdedigen. Ze wist niet wat ze hoorde. Ze had geen enkel idee dat ze zo overkwam. Het mooie was, dat het makkelijk op te lossen was. Samen zijn we gaan werken aan haar lichaamshouding, aan haar manier van spreken met collega’s en tijdens vergaderingen. Natuurlijk ging er wat tijd overheen voordat het goed ging. Ze had dit gedrag jarenlang gebruikt als zelfbescherming en om haar onzekerheid te verbergen. Dat was niet in een paar dagen weer afgeleerd. Maar inmiddels gaat het hartstikke goed. Ze durft haar mening weer te geven en collega’s zijn ook weer in staat om normaal op haar te reageren. Het plezier in haar werk? Ook dat is weer helemaal terug.